Afscheid Peter
Deze maand moeten we afscheid nemen van onze zeer gewaardeerde collega Peter, die van zijn welverdiende pensioen mag gaan genieten. Peter begon in 1996 bij SVS, waar toen de examens nog ondergebracht waren. In 2009 en 2010 was hij voor 50% gedetacheerd voor de RAS, waar hij op 1 januari 2011 in vaste dienst kwam. Peter werd hét gezicht van het RAS-Examenbureau.
Ter gelegenheid van zijn pensionering hebben we collega’s gevraagd wat zij op de valreep nog willen weten van Peter.
- Wat maakte jouw werk jarenlang zo leuk?
“De vrijheid die ik had in mijn werk. Het was ook echt mijn kindje. En het contact met de examinatoren; zowel bij SVS als bij de RAS heb ik er veel zelf aangenomen.”
- Wat is volgens jou de grootste verandering in de branche over de jaren heen?
“Dat de opleidingen steeds meer een soort van examentrainingen zijn geworden vind ik wel zorgelijk. Bij veel bedrijven is de schoonmaakkennis weg, zij zijn afhankelijk van de leveranciers van materialen en producten voor instructies. Een positieve verandering in de branche vind ik het groeiende besef van duurzame inzetbaarheid en meer aandacht voor het personeel. Ook bij grotere bedrijven leeft dit steeds meer.”
- Wat zijn de uitdagingen die je achterlaat voor je collega’s?
“Het professionaliseren van de eind- en toetstermen. Deze eind- en toetstermen zijn ooit gemaakt vanuit de beoordeling en lopen ook door elkaar heen. Een tweede uitdaging zit hem in de contacten met de branche, dus met de bedrijven zelf en niet alleen via de examinatoren.”
- Wat is voor jou een dag geweest die je het meest is bijgebleven?
“De diploma-uitreikingen van SVS op de Interclean op vrijdagmiddag. Daar kwamen wel 1000 mensen op af, geslaagden met aanhang en de schoonmaakbedrijven. De trots van de mensen die hun diploma behaald hadden is me altijd bijgebleven.”
- Heb je mensen in je privé-omgeving weleens iets uitgelegd over schoonmaken en wat was hun reactie daarop?
“Als ik daar iets over zeg tegen mijn vrouw zegt zij ‘ik weet veel beter dan jij hoe ik moet schoonmaken’, wat ook zo is. Soms probeer ik mensen nog weleens wat uit te leggen over microvezel, maar of ze daar wat mee doen, geen idee.”
- Wat wilde je vroeger worden?
“Ik wilde altijd wel iets met onderwijs doen. Ik heb de opleiding Pedagogiek gedaan met als specialisatie Onderwijskunde. Ik ben ook tien jaar docent maatschappijleer geweest. Aan het begin van het jaar liet ik de leerlingen altijd een top 10 maken van de dingen of mensen die hen het meest hadden gevormd. Dat werkte heel goed: door zoiets meteen in het begin al met elkaar te delen schep je een band waar je het hele jaar op kunt teren.”
- Wat ga je met al je vrije tijd doen?
“Ik heb met drie organisaties contact om nog wat werkzaamheden te doen op het gebied van opleidingen, ook in de schoonmaak. Verder ga ik meer tijd besteden aan de tuin en schilderwerk.”
- Wat zijn je lievelingsdieren?
“Kunekune varkens*, we hebben er zelf ook twee: Osiris en Apis, vernoemd naar de Egyptische goden uit Asterix en Obelix.”
- Ga je nu samen met je vrouw Marry voor de diertjes zorgen?
“Onze dieren zijn grotendeels Marry’s ding, maar ik zorg er ook wel voor. Behalve onze twee varkens hebben we ook kippen en een kat.”
- Waar koopt jouw vrouw die fantastische shirts met ananassen en brillen?
“Dat zou je aan Marry moeten vragen, die koopt mijn kleren.”
*Kunekune varkens zijn een niet veel voorkomend ras, dat oorspronkelijk werd gehouden door de Maori in Nieuw-Zeeland. Kenmerkend voor deze varkens zijn een ronde bouw, korte snuit en harige vacht. Het lange en nauwe contact met de mens is waarschijnlijk de reden waarom Kunekunes zo’n vriendelijk en gelijkmatig temperament hebben. Het zijn aanhankelijke levensgenieters, dol op gezelschap.
Beeld: de Kunekune varkens van Peter en Marry