Een schoonmaker in de zorg maakt ruimten in de zorgomgeving op professionele wijze schoon. Hierbij geld dat hij onder tijdsdruk kan werken en methodisch en systematisch te werk gaat. Hij verwijdert zichtbare en onzichtbare vervuiling (bacteriën, virussen, etc.) Hij werkt op ergonomische maximaal haalbare wijze om de fysieke belasting van het eigen lichaam te minimaliseren.
Kenmerkend voor het werkgebied van een schoonmaker is dat deze ruimten kan bevatten waar sprake is van blootstellings- en besmettingsgevaar.
Hij moet daarom altijd zorgen voor de eigen veiligheid; ook als gevaren minder frequent en minder in omvang zijn.
Ook moet hij zorgen voor het beschermen van gebruikers van ruimten tegen blootstellings- en besmettingsgevaar. Hij werkt altijd binnen de kaders van ‘infectiepreventie’ en veiligheid.
De opzet en inhoud van het examen Basisvakopleiding schoonmaker in de zorg is daarom gebaseerd op 3 pijlers:
- Algemene schoonmaakregels (methoden, systemen etc.) en regels en werkwijzen ten behoeve van infectiepreventie.
- Specifieke kennis en vaardigheden bij het werkgebied: zorg.
- Ergonomisch werken.
Type Ruimte | Opdracht | Praktijk | Theorie |
Patiënten/cliënten-kamer | Ofwel een tussenbeurt uitvoeren in een patiënten/cliënten- kamerruimte met een isolatie. | x | |
Ofwel een eindbeurt uitvoeren in een patiënten/cliënten- kamerruimte met een isolatie. | x | |
Sanitair ruimte | Ofwel een dagelijkse reiniging sanitair ruimte met gevaarlijke stof (cytostatica). | x | |
Ofwel een periodieke reiniging sanitair ruimte met gevaarlijke stof (cytostatica). | x | |
Niet-besmette ruimte | Vloeronderhoud: stofzuigen van een niet-besmette ruimte. | x | |
N.v.t. | Mondeling Kennisexamen. | | x |